oligarch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oli·garch
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan Oudgrieks ὀλιγάρχης met het voorvoegsel ὀλίγος (olígos) “weinig” en het zelfstandig naamwoord άρχης (árkhēs) “leider, heerser”, als terugvorming van ὀλιγαρχία (oligarkhía) “oligarchie”.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oligarch | oligarchen |
verkleinwoord | oligarchje | oligarchjes |
- [2.1.] Ontleend aan Russisch олигарх, als pejoratieve bijnaam voor een invloedrijke en schatrijke zakenman onder het bewind van Boris Jeltsin.
Zelfstandig naamwoord
de oligarch m
- (historisch) (politiek) (filosofie) lid of voorstander van een oligarchie
- (figuurlijk) een zeer vermogend persoon
- (pregnant) schatrijke zakenman uit de voormalige Sovjet-Unie die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie dankzij politieke connecties grote rijkdommen vergaard heeft door de geprivatiseerde staatsbedrijven goedkoop op te kopen.
- Verder zei Biden achter de Russische oligarchen "en corruptie leiders die miljarden hebben verdiend aan dit gewelddadige regime" aan te willen gaan. "We nemen jullie jachten, luxe appartementen en privéjets in", zei hij, waarna hij applaus kreeg van het gehele Congres. [1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord oligarch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oligarch" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ nos.nl (2 mrt 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ὀλίγος in het Oudgrieks
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Historisch in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Filosofie in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Pregnant in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 62 %
- Prevalentie Vlaanderen 66 %