oekaze

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oe·ka·ze
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bevelschrift’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • Russisch oekaz ("указ")
enkelvoud meervoud
naamwoord oekaze oekazen
oekazes
verkleinwoord oekazetje oekazetjes

Zelfstandig naamwoord

oekaze v, m

  1. algemeen: bevel van hogerhand
  2. specifiek: Russisch presidentieel besluit

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen