obscuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  obscuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ob·scuur

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘duister’ voor het eerst aangetroffen in 1539
• uit het Latijn

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	obscuur	obscuurder	obscuurst
verbogen	obscure	obscuurdere	obscuurste
partitief	obscuurs	obscuurders	-

Bijvoeglijk naamwoord

obscuur

1. vreemd, duister, geheim, vaag, onduidelijk, donker, somber

   • Wim Slabbinck staat niet alleen met zijn overtuiging. De Wereldgezondheidsorganisatie (bepaald geen obscure parenclub in Sodom of Gomorra) heeft het over seksuele rechten, die ze expliciet niet enkel ziet als het uitblijven van discriminatie, dwang of soa’s. Het gaat onder meer over ‘de vrijheid om al dan niet seksueel actief te zijn’ en ‘de mogelijkheid om genotvolle seksuele ervaringen te hebben’.  

2. met weinig aanzien, ongunstig bekend staand
3. niet beroemd

   • Je doet, zoals vaker bij deeltjes in deze serie, de ene ontdekking na de andere. People Make The World Go Round van The Chosen Few is zo'n reggae-soulnummer dat meteen op repeat gaat, net als het heerlijke disconummer Disco Dancer van Kiki Gyan. Niet alles is obscuur.  

4. illegaal

   • De Pool eiste dat de agent van de vrouw 300.000 dollar (circa 260.000 euro) betaalde. Als betaling uitbleef, zou de vrouw via een obscure internetsite te koop worden aangeboden, dreigde de ontvoerder.  

Antoniemen

• [3] gerenommeerd

Afgeleide begrippen

• obscurantisme, obscuriteit

Vertalingen

    1. duister   

Siraya: ma-rimdim

    3. niet beroemd   

Engels: obscure (en)

Gangbaarheid

• Het woord obscuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "obscuur" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.