noodoproep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: noodoproep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nood·op·roep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nood en oproep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noodoproep | noodoproepen |
verkleinwoord | noodoproepje | noodoproepjes |
Zelfstandig naamwoord
de noodoproep m
- de oproep om hulp in geval van nood.
Gangbaarheid
- Het woord noodoproep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "noodoproep" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be