nonius
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·ni·us
Woordherkomst en -opbouw
- Latijns leenwoord "nonius" (maatlatje)
- Vernoemd naar Petrus Nonius (Pedro Nuñez) (1492-1577), Portugees wiskundige
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nonius | noniussen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de nonius m
- (techniek) een langs een vaste maatlat verschuifbare hulpmaatlat. De combinatie maakt een nauwkeurige instelling van een bedieningsknop, of de aflezing van een meetinstrument etc. mogelijk. De schaalverdeling van de hulpmaatlat is bijzonder, bijv.: negen delen op de vaste schaal zijn op de hulpschaal verdeeld in tien delen. Elk streepje op de hulpschaal is dan een tiende.
- De nonius van een micrometer.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. nonius
Gangbaarheid
- Het woord nonius staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nonius" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be