non-stop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • non-stop
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van stop met het voorvoegsel non-
stellend
onverbogen non-stop
verbogen
partitief non-stops

Bijvoeglijk naamwoord

non-stop

  1. zonder tussenstops, doorgaand
    • Er is een non-stop verbinding van Schiphol naar New-York 
  2. zonder ophouden, doorlopend
    • Dit is een non-stop muziekzender. 
    • Met recht luidt de ondertitel ‘macabere verhalen’. In de negentien vertellingen – even precies en zuinig van taal, en verontrustend van toon – keren klassieke sprookjes- en horroringrediënten terug. Mensen worden levend begraven (‘De arm’). Zwarte katten verraden op Edgar Allan Poe-achtige wijze dat de dood toch niet definitief heeft gezegevierd (‘Hygiëne’). En vanuit het gegeven dat ‘een mens altijd bang is dat er onbekende wezens aanwezig zijn’, creëert Petroesjevskaja in ‘Er is iemand in huis’, in verrukkelijke, met zwartgallige humor doorspekte zinnen, een heuse ‘poltergeist’, die een non-stop tv-kijkende vrouw haar huis en leven ondersteboven doet keren. [1] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Mirjam Noorduijn 23 december 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be