nogal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nog·al
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

nogal

  1. tamelijk, in aanzienlijke mate
    • Dit is nogal grof, vind je niet? 
     Mentaal was het nogal omschakelen van kilometers naar mijlen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. nogal op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·gal
enkelvoud meervoud
nogal nogales

Zelfstandig naamwoord

nogal m

  1. (plantkunde) notenboom
Synoniemen

Verwijzingen