nochtans

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: nogtans

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • noch·tans
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van causaliteit: evenwel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1275 [1]

Voegwoord

nochtans

  1. luidt een zin in die een onverwachte tegenstelling uitdrukt
    • Het mag dan door sommigen als een archaïsme beschouwd worden, nochtans vind ik "nochtans" een erg mooi woord. 
Opmerkingen
  • Benoorden de Grote Rivieren is het woord weinig meer in gebruik.
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen