neushaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Neusgat met neushaar.
Uitspraak
Woordafbreking
  • neus·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neushaar -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het neushaaro

  1. (anatomie) beharing in de neusgaten
     Het neushaar komt het laatst[1]
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord neushaar neusharen
verkleinwoord neushaartje neushaartjes

Zelfstandig naamwoord

neushaar v / m o

  1. (anatomie) enkele vezel uit de beharing in de neusgaten
     De dwarsdoorsnede van een hoofdhaar nadert tot de cirkel; de dwarsdoorsnede van een neushaar is een ovaal.[2]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 januari 2024 Weblink bron
    Elise Vermeeren
    “Wassen beeld toont toekomst van kantoormens: gebocheld, bleek en ziek” (19 november 2019) op nu.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 januari 2024 Weblink bron
    H.J.A. Hofland
    Het lichaamsdrama in: Hollands Maandblad., 655 jrg. 44 nr. 6/7 (juni/juli 2002), Stichting Hollands Maandblad / Uitgeverij Veen, Amsterdam, p. 10
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be