nam af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nam af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afnemen |
nam af
- enkelvoud verleden tijd van afnemen
- Ik nam af.
- Jij nam af.
- Hij, zij, het nam af.
- Ik nam af.
Gangbaarheid
- Het woord nam af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.