naamplaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- naam·plaat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van naam en plaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naamplaat | naamplaten |
verkleinwoord | naamplaatje | naamplaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- aangebracht vlak van stevig materiaal, bestemd voor een vermelding hoe iets of iemand wordt genoemd
- De naamplaat aan de Jip Golsteijnbrug leek aan vervanging toe.
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord naamplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naamplaat" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %