na-apen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na-apen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
na-apen
/ˈnaːʔapə(n)/
aapte na
/ˈaːptə naː/
nageaapt
(NL) /ˈnaːɣəʔaːpt/
(VL) /ˈnaːʝəʔaːpt/
zwak -t volledig

Werkwoord

na-apen

  1. overgankelijk doen wat iemand anders doet
    • Wikimedia wordt door veel andere stekken nageaapt. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen