mykje

Uit WikiWoordenboek

Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • my·kje
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk maamwoord: onzijdige vorm van  mykjen bn 
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord  mýkja ww  [[]]
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud mykje meir mest
o enkelvoud mykje
meervoud mykje
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
mykje meir meste

Bijvoeglijk naamwoord

mykje

  1. veel
    «Ein billett gir fri adgang på alle aktivitetar; bading, kino, konserter, hoppeslott, konkurranser, klatring, syklar, sjonglering, show, spel og mykje meir.»
    Een ticket geeft vrije toegang voor alle activiteiten: zwemmen, bioscoop, concerten, springkasteel, wedstrijden, klimmen, fietsen, jonglering, show, spelletjes en nog veel meer.
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Kor mykje er klokka?
Hoe laat is het?
  • Mykje takk!
Dank je wel!
  • mykje skrik og lite ull
veel geschreeuw en weinig wol
  • og mykje meir
en veel meer
Opmerkingen

Bijwoord

mykje

  1. veel
  2. zeer, erg
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: mykje sjuk
erg ziek
  • [1]: regne for mykje
te veel regenen
  • [1]: regne mykje
veel regenen
  • [2]: Mykje godt!' (karakter i grunnskulen)
Zeer goed! (rapportcijfer)
vervoeging
onbepaalde wijs mykje
mykja
tegenwoordige tijd mykjer
verleden tijd mykte
voltooid
deelwoord
mykt
onvoltooid
deelwoord
mykjande
lijdende vorm mykjast
gebiedende wijs myk
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

mykje

  1. overgankelijk iets zacht of zachter maken, inweken, verslappen, weken
  2. overgankelijk (van vlees) murw maken
  3. wederkerend mykje seg: maken
  4. (figuurlijk), overgankelijk verlichten, verzachten, minder streng, rigide of moeilijk maken
  5. overgankelijk tuchtigen, ranselen, afranselen, aftuigen
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: mykje seg opp
het weekt door
  • [2]: mykje (opp) nokon
iemand aftuigen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mykje     mykjet     mykjer     mykjene  

Zelfstandig naamwoord

[A]: mykje, m

  1. (voeding) de zachtheid van het brood (in de korst)
  2. (voeding) een boterham zonder korst
Schrijfwijzen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mykje     mykja     mykjer     mykjene  

Zelfstandig naamwoord

[B]: mykje, v

  1. (gereedschap) een gereedschap om halmen of linstro te bewerken
  2. ransel