muziekgroep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: muziekgroep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mu·ziek·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van muziek en groep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muziekgroep | muziekgroepen |
verkleinwoord | muziekgroepje | muziekgroepjes |
Zelfstandig naamwoord
muziekgroep
- een groep personen die zich gezamenlijk oefent in het spelen of zingen van muziek, meestal met het doel ermee op te treden
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een groep personen die zich gezamenlijk oefent ...
Gangbaarheid
- Het woord muziekgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "muziekgroep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be