motorrem

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  motorrem    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mo·tor·rem

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  motor  en  rem 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	motorrem	motorremmen
verkleinwoord	motorremmetje	motorremmetjes

Zelfstandig naamwoord

het motorrem o

1. (werktuigbouwkunde) een speciaal soort rem die bij zware voertuigen de slijtage aan de andere remmen vermindert

   • Voor minder remslijtage is standaard een krachtige motorrem ingebouwd. 

Vertalingen

    1.   

Duits: Motorbremse (de) v Engels: compression retarder (en), vacuum brake (en), engine brake (en)

Frans: frein moteur (fr) Italiaans: freno motore (it) m

Gangbaarheid

• Het woord 'motorrem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "motorrem" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.