motorhandschoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·tor·hand·schoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van motor en handschoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motorhandschoen | motorhandschoenen |
verkleinwoord | motorhandschoentje | motorhandschoentjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) speciale handschoen voor motorrijders
Gangbaarheid
- Het woord 'motorhandschoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.