motorboot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·tor·boot
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vaartuig dat wordt voortbewogen door een motor’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
- samenstelling van motor en boot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motorboot | motorboten |
verkleinwoord | motorbootje | motorbootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) een klein tot middelgroot bootje dat voortbewogen wordt door middel van een motor
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een klein tot middelgroot bootje dat voortbewogen wordt door middel van een motor
Gangbaarheid
- Het woord motorboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "motorboot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "motorboot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be