morgenochtend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·gen·och·tend
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

morgenochtend

  1. in de vroege uren van de dag na heden
    • Ik ga morgenochtend weer aan het werk. 
     Ging ik nu weer overmoedig dezelfde fout maken als tijdens de beklimming van Mount Whitney? Misschien was het verstandiger om om te draaien, eerst te overnachten en morgenochtend in alle vroegte de pas te bedwingen.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be