moisi
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- moi·si
Woordherkomst en -opbouw
- Voltooid deelwoord van moisir (beschimmelen).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
moisi | moisis |
Bijvoeglijk naamwoord
moisi
- beschimmeld
- «Du pain, du fromage, un sirop moisi.»
- Brood, kaas, een beschimmelde siroop.
- «Du pain, du fromage, un sirop moisi.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
moisi | le moisi | moisis | les moisis |
Zelfstandig naamwoord
moisi m
- iets wat beschimmeld is
- «Cela est à demi gâté, il faut en ôter le moisi.»
- Dat is voor de helft bedorven, je moet het beschimmelde deel eraf halen.
- «Cela est à demi gâté, il faut en ôter le moisi.»
- schimmel, beschimmeling
- «Le mur est couvert de moisi.»
- De muur hangt vol met schimmel.
- «Le mur est couvert de moisi.»
Uitdrukkingen en gezegden
Cela sent le moisi.
- Dat ruikt beschimmeld / Dat ruikt muf.