mixer

Uit WikiWoordenboek
[2] Een eenvoudige mixer
[2] Met de mixer wordt het meel onder het cakemengsel verdeeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mixer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mixer mixers
verkleinwoord mixertje mixertjes

Zelfstandig naamwoord

de mixerm

  1. (gereedschap) apparaat om te mengen, om een mengsel (mix) te maken
  2. (huishouden) (kookkunst) keukengereedschap om fijne of vloeibare ingrediënten mee te mengen
  3. (gereedschap) apparaat waarmee audio- en/of videosignalen van verschillende bronnen gemengd kunnen worden, mengpaneel
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen