misvatten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • mis·vat·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misvatten
vatte mis
misgevat
zwak -t volledig

Werkwoord

mísvatten

  1. overgankelijk, (verouderd) letterlijk: ergens naast grijpen, niet goed beetpakken
Synoniemen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misvatten
misvatte
misvat
zwak -t volledig

Werkwoord

misvátten

  1. overgankelijk, (verouderd), (figuurlijk) iets verkeerd begrijpen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
misvatten

mísvatten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van misvatten
    • ...dat wij mísvatten. 
    • ...dat jullie mísvatten. 
    • ...dat zij mísvatten. 
vervoeging van
misvatten

misvátten

  1. meervoud verleden tijd van misvatten
    • Wij misvátten. 
    • Jullie misvátten. 
    • Zij misvátten. 

Gangbaarheid

Verwijzingen