misogyn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·so·gyn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord misogyn misogynen
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

de misogynm

  1. vrouwenhater
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen misogyn misogyner misogynst
verbogen misogyne misogynere misogynste
partitief misogyns misogyners -

Bijvoeglijk naamwoord

misogyn

  1. vrouwenhatend
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen