minderwaardigheidsgevoel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • min·der·waar·dig·heids·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord minderwaardigheidsgevoel minderwaardigheidsgevoelens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het minderwaardigheidsgevoelo

  1. opvatting dat men er minder toe doet dan anderen
    • Mensen met een minderwaardigheidsgevoel gaan ervan uit dat ze minder waard zijn dan andere mensen. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid