miljoenenstad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mil·joe·nen·stad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord miljoenenstad miljoenensteden
verkleinwoord miljoenenstadje miljoenenstadjes

Zelfstandig naamwoord

de miljoenenstadv / m

  1. stad van meer dan één miljoen inwoners
     De buren deinsden natuurlijk achteruit als je ze in de lift ontmoette, maar met het warme nazomerweer hoefde je alleen een zonnebril op te zetten om te verdwijnen in de anonimiteit van de miljoenenstad Hamburg.[1]
     Als de Russen wisten dat een aanval op Zweden de vernietiging zou betekenen van de miljoenenstad Leningrad zouden ze wel goed oppassen.[2]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149