meurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meurt

Werkwoord

vervoeging van
meuren

meurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meuren
    • Jij meurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meuren
    • Hij meurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meuren
    • Meurt! 


Frans

Werkwoord

vervoeging van
mourir

meurt

  1. derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van mourir