merendeels

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·ren·deels
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

merendeels

  1. voor meer dan de helft
    • Het periodiek systeem bestaat merendeels uit metallieke elementen. 
     Britse parlementsleden willen dat er een onderzoek komt naar het grootschalige seksuele misbruik van overledenen in twee Britse ziekenhuizen. Elektricien David Fuller (67) gaf deze week toe dat hij tussen 2008 en 2020 zeker honderd overledenen, merendeels vrouwen, seksueel heeft misbruikt in de ziekenhuizen waar hij werkte als elektricien, in het graafschap Kent.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. merendeels op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron “Britse politici willen onderzoek naar misbruik overledenen in ziekenhuizen” (Vrijdag 5 november 2021, 23:06), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Bijwoord

merendeels

  1. merendeels