meppen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mep·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meppen
mepte
gemept
zwak -t volledig

Werkwoord

meppen

  1. overgankelijk hard slaan
    • Die kindermishandelaar mepte dat kleine jongetje in zijn gezicht. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de meppenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mep

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen