memoriseren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·mo·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
memoriseren
memoriseerde
gememoriseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

memoriseren

  1. overgankelijk uit het hoofd leren
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen