memoriseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·mo·ri·seer

Werkwoord

vervoeging van
memoriseren

memoriseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van memoriseren
    • Ik memoriseer. 
  2. gebiedende wijs van memoriseren
    • Memoriseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van memoriseren
    • Memoriseer je?