meg

Uit WikiWoordenboek

Faeröers

Uitspraak
enkelvoud meervoud
nominatief eg vit
accusatief meg okkum
genitief mín okkara
datief mær okkum

Persoonlijk voornaamwoord

meg

  1. mij (accusatief van de eerste persoon enkelvoud)


Hongaars

Uitspraak

Voegwoord

meg

  1. en


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • meg
Naar frequentie 16

Persoonlijk voornaamwoord

meg

  1. (1e persoon enkelvoud) mij, me (informeel)
    «Kan noen fortelle meg hva som har skjedd her?»
    Kan iemand mij vertellen wat er hier gebeurd is?
Noorse persoonlijke voornaamwoorden (in het Bokmål)
getal / respect pers. genus / bezield onderwerp (nominatief) nld. voorwerp (accusatief) nld.
enkelvoud 1e    jeg  ik  meg  mij
2e    du  jij  deg  jou
3e m persoon
m ding
 han 
 den 
hij  han  /  ham 
 den 
hem
v persoon
v ding
 hun 
 den 
zij  henne 
 den 
haar
o  det  het  det  het
meervoud 1e    vi  wij  oss  ons
2e    dere  jullie  dere  jullie
3e    de  zij  dem  hen
beleefdheidsvorm 2e    De  u  Dem  u


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • meg

Persoonlijk voornaamwoord

meg

  1. (1e persoon enkelvoud) mij, me (informeel)
Nynorske persoonlijke voornaamwoorden
getal / respect pers. genus onderwerp (nominatief) nld. voorwerp (accusatief) nld.
enkelvoud 1e    eg  ik  meg  mij
2e    du  jij  deg  jou
3e m  han  hij  han  ( honom ) hem
v  ho  zij  ho  /  henne  haar
o  det  het  det  het
meervoud 1e    vi  wij  oss  ons
2e    de  jullie  dykk  jullie
3e    dei  zij  dei  hen
beleefdheidsvorm 2e    De  u  Dykk  u