meetlint

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

meetlint
Uitspraak
Woordafbreking
  • meet·lint
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meetlint meetlinten
verkleinwoord meetlintje meetlintjes

Zelfstandig naamwoord

meetlint o [2]

  1. een band met een schaalverdeling zodat men een afstand kan bepalen
     Ik huilde en vervolgens had niemand het er meer over, de gemeente schrapte het plan dat in een la verdween, de buren legden hun brochures weg, pakten een meetlint en kibbelden met elkaar over hoe ver de heg van de ander wel niet op hun grond stond; ik geloof niet dat mijn gehuil enige invloed heeft gehad op het verloop van deze kwestie.[3]
     Acteur Frank Lammers kan zich er niet veel bij voorstellen. "Ik denk dat ik de social distance manager heel snel van de set af zou bonjouren. Iemand met een meetlint die tegen mij gaat zeggen dat ik anderhalve meter weg moet blijven of te dicht bij sta, die bijt ik zijn hoofd eraf, denk ik."[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. meetlint op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  4. Bronlink geraadpleegd op 13 februari 2022 Weblink bron “Protocol: 'Acteurs zouden we bij intieme scènes preventief moeten testen'” (18-05-2020), NOS