meeloper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meeloper meelopers
verkleinwoord meelopertje meelopertjes

Zelfstandig naamwoord

de meeloperm

  1. Meelopers zijn individuen die zich zonder daadwerkelijke overtuiging inlaten met zekere handelingen, groeperingen of ideologieën en die meestal een passieve rol daarin spelen.
    • In het kader van de denazificatie in de drie westelijke bezettingszones van het naoorlogse Duitsland was de categorie meeloper (Mitläufer) de vierde van vijf categorieën waarin iemand in een Spruchkammerverfahren (de rechtbank die zich met de denazificatie bezighield) kon indelen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen