meediscussieer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meediscussieer (hulp, bestand)
- IPA: /meːdɪskʏsieːr/
Woordafbreking
- mee·dis·cus·si·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meediscussiëren |
meediscussieer
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meediscussiëren
- ... dat ik meediscussieer.