medicijnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·di·cij·nen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de medicijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord medicijn
     De medicijnen kunnen mijn hartslag verlagen.[1]
  2. alleen meervoud geneeskunde als studierichting
     Na zijn studie wijsbegeerte volgde nog een tweede studie en promotie in de medicijnen, waarna Kraijenhoff zich als arts in Amsterdam vestigde.[2]
     Hij was bevriend geraakt met een befaamde tv-professor in de medicijnen. Zijn vrouw ervoer de vriendschap als een extra verzekeringspolis. Maar het academisch ziekenhuis was in een andere stad, zestig kilometer verderop.[3]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2020 Weblink bron
    Ian Blink geciteerd door Joke Mat
    “‘Soms is mijn klas echt een terrorklas’” (18 oktober 2018) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2020 Weblink bron
    Niek van Sas
    “Militair ingenieur naast God” (26 juni 2009) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2020 Weblink bron
    Adrie Hoogendoorn
    “Waterdrager” (24 juli 1998) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be