mazal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·zal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mazal mazalot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het mazalo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) geluk
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) sterrenbeeld (dierenriem)
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·zal

Zelfstandig naamwoord

mazal mbezield

  1. prulschrijver; iemand die heel slechte boeken of stukjes schrijft
  2. kladderaar; een slechte schilder
Verbuiging



Synoniemen
  1. škrabák mbezield, škrabal mbezield
  2. patlal mbezield
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Werkwoord

mazal

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord mazat
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord mazat