mathan

Uit WikiWoordenboek

Schots-Gaelisch

Uitspraak
  • /'mahan/

Zelfstandig naamwoord

Enkelvoud Meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief mathan am mathan mathain  
genitief mathain

mathan v

  1. (roofdieren) beer
    «Am mathan a bha mas fhìor air a' bheinn »
    De beer die naar men zei op de berg was.