marsepein
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·se·pein
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lekkernij’ voor het eerst aangetroffen in 1486 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marsepein | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) een zoete lekkernij die traditioneel gemaakt is van amandelen en suiker
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord marsepein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "marsepein" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "marsepein" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ marsepein op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be