marsepein

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·se·pein
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lekkernij’ voor het eerst aangetroffen in 1486 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord marsepein -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

marsepein m/o

  1. (voeding) een zoete lekkernij die traditioneel gemaakt is van amandelen en suiker
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen