marlpriem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- marl·priem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van marl ww en priem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marlpriem | marlpriemen |
verkleinwoord | marlpriempje | marlpriempjes |
Zelfstandig naamwoord
de marlpriem m
- (gereedschap) een bij het touwsplitsen gebruikte priem om er ruimte tussen de strengen mee te maken
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'marlpriem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marlpriem" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be