markgraaf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mark·graaf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mark zn en graaf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | markgraaf | markgraven |
verkleinwoord | markgraafje | markgraafjes |
Zelfstandig naamwoord
de markgraaf m
- (leenstelsel), (adel) markies, één graad hoger dan de gewone graaf
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord markgraaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.