marifonen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ri·fo·nen

Zelfstandig naamwoord

marifonen

  1. marifoons, minder gebruikelijke meervoudsvorm van marifoon[1]
    • De marifonen stonden ingesteld op kanaal 68 en 15. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Boon, C.A. den & D. Geeraerts (red.)
    Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14e druk (2005) Van Dale Lexicografie Utrecht/Antwerpen; cd-rom; lemma -foon1
  2. Rechtbank Zeeland-West-Brabant
    Uitspraak CIV_261984 (4 december 2013) op site Rechtspraak.nl
    ; geraadpleegd 2015-02-13