mannelijke

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mannelijke    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• man·ne·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

mannelijke

1. verbogen vorm van de stellende trap van mannelijk

   ▸ Het slagveld dat van schoonheid werd vervuld, het boomloze landschap dat baadde in de ochtendzon, wilde bloemen die de loopgraven vulden met hun warme geurflarden, de schoonheid van de natuur die alleen ervaren kon worden in aanwezigheid van de dood en met mannelijke deugden die alleen tot uitdrukking kwamen door het doden.

   ▸ Later in de geschiedenis veranderde de naam van het geslacht in de Chantery en de laatste in de mannelijke lijn van deze duizendjarige familie ben jij.