machinekamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·chi·ne·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord machinekamer machinekamers
verkleinwoord machinekamertje machinekamertjes

Zelfstandig naamwoord

de machinekamerv / m

  1. een ruimte voor machines
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be