maatwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maat·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maatwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het maatwerko

  1. op maat gemaakt, toegespitst op de specifieke wensen van de klant
    • Zijn kleding was maatwerk. 
     De afspraken zijn niet meer standaard om de zoveel weken, maar zijn meer maatwerk.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron
    Elise Vermeeren
    “We gaan massaal, maar waarom vinden ouders bezoek aan consultatiebureau soms zo moeilijk?” (02-05-2022), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be