maakte bekend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak·te be·kend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bekendmaken

maakte bekend

  1. enkelvoud verleden tijd van bekendmaken
    • Ik maakte bekend. 
    • Jij maakte bekend. 
    • Hij, zij, het maakte bekend. 


Gangbaarheid