maak leeg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak leeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leegmaken

maak leeg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegmaken
    • Ik maak leeg. 
  2. gebiedende wijs van leegmaken
    • Maak leeg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegmaken
    • Maak je leeg? 


Gangbaarheid