luidsprekerkast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- luid·spre·ker·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van luidspreker en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luidsprekerkast | luidsprekerkasten |
verkleinwoord | luidsprekerkastje | luidsprekerkastjes |
Zelfstandig naamwoord
- (elektrotechniek) een behuizing die een of meer luidsprekers bevat voor weergave van audio
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'luidsprekerkast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.