lock

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • lock
enkelvoud meervoud
naamwoord lock locks
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lock m

  1. (informatica) beveiligingsmechanisme waardoor apparatuur of programmatuur niet gebruikt kan worden totdat iemand die daartoe bevoegd is het weer vrijgeeft
     De registrar draagt dan zorg voor de authenticatie van de domeinnaamhouder bij het aanbrengen van het lock of het doorvoeren van wijzigingen.[1]
  2. (militair) plaatsbepaling met radar van een bewegend doel, die voldoende betrouwbaar is om dit met succes onder vuur te kunnen nemen
     Even later, om vijf over half acht, kreeg een Nederlandse piloot een lock op zijn eigen radarsysteem en meteen nadat hij toestemming had gekregen om het vuur te openen, drukte hij een van de drie grijze knopjes op zijn joystick in.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
ook afgeleid van Engels lock:
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 december 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Marc Groeneweg & Chris Faber
    “Registry lock vraagt om standaardisatie” (21 september 2020) op sidn.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 december 2022 Weblink bron
    Steven Derix
    “Nederland betaalt bijdrage uit post 'vredesoperaties' : MiG neerhalen kost een kleine miljoen gulden” (9 april 1999) op nrc.nl op Wikipedia


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
lock locks

Zelfstandig naamwoord

lock

  1. lock, slot, mechanisme voor afsluiting
vervoeging
onbepaalde wijs to  lock 
he/she/it  locks 
verleden tijd  locked 
voltooid
deelwoord
 locked 
onvoltooid
deelwoord
 locking 
gebiedende wijs  lock 

Werkwoord

lock

  1. overgankelijk sluiten, op slot doen, afsluiten