lobberen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lob·be·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lobberen |
lobberde |
gelobberd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
lobberen
- inergatief (verouderd) in het water waden, spartelen, spatten
- «..op wiens oever nijmfen lobbren barrevoets. [1]»
- inergatief te ruim zijn, flodderen
- Het was leuk broekje om te zien maar de kleine maat viel bij mij te smal om de billen en de grotere maat lobberde om m'n achterwerk heen
- ergatief stuiterend zich voortbewegen
- De bal lobberde onverhoeds over de doellijn.
Gangbaarheid
- Het woord lobberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Vondel
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal