lijfden in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijf·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inlijven

lijfden in

  1. meervoud verleden tijd van inlijven
    • Wij lijfden in. 
    • Jullie lijfden in. 
    • Zij lijfden in. 


Gangbaarheid