lieveheersbeestje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een lieveheersbeestje.
Uitspraak
Woordafbreking
  • lie·ve·heers·beest·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord lieveheersbeestje lieveheersbeestjes

Zelfstandig naamwoord

het lieveheersbeestjeo dim. tant.

  1. (kevers) benaming voor kevertjes uit de familie Coccinellidae op Wikispecies
     Klompe staat tussen de veldbonen en buigt voorover. Her en der zit er zwart tussen de bladeren. „Luis”, zegt hij. Maar meteen wijst hij ook op een lieveheersbeestje. „Die eet graag luis.”[4]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. lieveheersbeestje op website: Etymologiebank.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 2 juli 2020 Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “Veldboon, ui, tarwe, gerst, gras: de boer van de toekomst doet alles in stroken” (24 juni 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be